Geriatrische revalidatie bij patiënten met een heupfractuur vereist een brede aanpak, omdat deze groep patiënten vaak geriatrische (verborgen) problematiek vertoont. De specialist ouderengeneeskunde heeft specifieke kennis nodig over de verschillende operatietechnieken en de mogelijke postoperatieve complicaties die op kunnen treden. Zodra de patiënt medisch stabiel is, dient de patiënt zo snel mogelijk geopereerd te worden en is het streven om postoperatief zo snel mogelijk te starten met de revalidatie. Na de triage door de specialist ouderengeneeskunde zal er middels een geriatrisch assessment een multidisciplinair plan opgesteld moeten worden om het herstelpotentieel zoveel mogelijk te benutten. Specifieke aandachtspunten zijn onder andere het herkennen en behandelen van valangst en valrisico, delier, verstoorde genezing van de operatiewond en functionele beperkingen in samenhang met de sociale omstandigheden en woonsituatie, zodat de patiënt weer zo zelfredzaam mogelijk wordt en eventueel weer naar huis kan.