In iedere apotheek worden dagelijks allerlei zelfzorgmiddelen verkocht. Middelen die men in veel gevallen ook bij een drogist kan krijgen, maar waarvoor de patiënt de apotheek opzoekt. Soms uit gemak omdat de patiënt toch al staat te wachten op een recept, maar soms ook uit voorzichtigheid. De patiënt wil dan zeker weten dat hij het zelfzorgmiddel veilig kan gebruiken.

Maar krijgt iedere patiënt altijd het juiste advies? En andersom: ben jij er als verkoper altijd van overtuigd dat je alles hebt gedaan om gezondheidsproblemen te voorkomen? Of gebeurt het nog weleens dat ook jij een pijnstiller verkoopt zonder ook maar één vraag te stellen? Misschien was de patiënt zo stellig dat jij geen vragen meer durfde te stellen. Of stond op dat moment de publieksruimte erg vol en wilde je de mensen zo snel mogelijk helpen. Of misschien wel omdat je niet goed wist of je bij dat specifieke middel iets moest vragen.

In deze cursus wordt een aantal zelfzorggeneesmiddelen(groepen) besproken. Belangrijke en veelvoorkomende interacties tussen deze zelfzorgmiddelen en receptgeneesmiddelen komen aan bod. Deze geneesmiddelgroepen zijn gekozen omdat bij gebruik van deze middelen de meeste en de meest ernstige interacties kunnen optreden. Wanneer het van toepassing is, worden ook contra-indicaties besproken: mogen mensen het middel überhaupt wel gebruiken, ook al gebruiken ze geen andere geneesmiddelen?

Bij het bespreken van de interacties maken we onder andere ook gebruik van de KNMP Kennisbank. Deze is voor de meeste assistenten via een inlog in de apotheek in te zien. De informatie is echter ook beschikbaar via het handboek Standaarden voor Zelfzorg van het Geneesmiddel Informatie Centrum (GIC) van de KNMP.