De ziekte van Parkinson is na de ziekte van Alzheimer de meest voorkomende neurodegeneratieve aandoening. Het risico op de ziekte van Parkinson neemt toe met de leeftijd.
Er zijn in Nederland ongeveer 50.000 Parkinsonpatiënten, ongeveer 0,3% van de bevolking. 10% van hen is jonger dan 50. De grootste groep bestaat uit 60-plussers. De aandoening ontwikkelt zich vooral op oudere leeftijd en de prevalentie zal door de vergrijzing flink gaan toenemen. De ziekte van Parkinson is een complexe en voor veel patiënten een invaliderende aandoening. Het beloop is langzaam-progressief, wat betekent dat al bestaande symptomen geleidelijk in ernst toenemen en dat zich in de loop van de tijd nieuwe ziektemanifestaties kunnen voordoen.
Parkinsonisme is de verzamelterm voor de symptomen die mensen met de ziekte van Parkinson kunnen hebben.
De ziekte van Parkinson heeft als belangrijkste kenmerken:
- rusttremor (afnemend bij actie)
- rigiditeit (verhoogde spiertonus, niet snelheidsafhankelijk)
- hypo/bradykinesie (met afnemende amplitude bewegingsuitslagen)
Veel patiënten lijden daarnaast aan cognitieve stoornissen, spraakstoornissen, autonome disfuncties, slaapstoornissen en neuropsychiatrische stoornissen (vooral stemmingsstoornissen en hallucinaties). Tot op heden is er geen neuroprotectieve therapie beschikbaar. Wel is het mogelijk om de symptomen te bestrijden, zowel met farmacotherapie als met andere vormen van behandeling (fysiotherapie, ergotherapie, logopedie). De medicamenteuze behandeling kent de nodige beperkingen, omdat er vaak sprake is van uitgebreide comorbiditeit.
In deze cursus wordt uw kennis van de epidemiologie, de pathofysiologie, diagnostiek en de behandeling van de ziekte van Parkinson opgefrist en aangevuld met de nieuwste informatie. Uitgangspunt daarbij is de richtlijn Ziekte van Parkinson uit 2020.